Ik geloof
De natuur is mijn religie
Geloven in een god, nee, dat doe ik niet. Ik kan mij maar moeilijk vinden in het idee dat er iets of iemand is die deze wrede wereld bewust bestuurt (of bewust níét bestuurt?). Vooral bidden voor iets of iemand dichtbij huis, terwijl er de meest afschuwelijke dingen op de wereld gebeuren, vind ik iets bevreemdends. (Waarom zou God jouw vriend met kanker helpen, terwijl hij andere mensen dood laat gaan van de honger? Om maar een voorbeeld te noemen).
Wat ik wel erg mooi vind aan bidden is het stilstaan bij het leed van anderen, of natuurlijk bij de mooie dingen in het leven, en daar dankbaar voor zijn. Dat soort momenten van bezinning zijn heel waardevol, want je beschouwt zo snel alles wat je hebt als vanzelfsprekend. Ik heb ook wel dat soort momenten, alleen niet gekoppeld aan een geloof. Er zijn wel meer dingen binnen het christendom (ik spreek nu over het christendom omdat ik met andere geloven weinig ervaring heb), waar ik waardering voor heb. Het kan bijvoorbeeld een heel goede leidraad zijn voor normen en waarden. Het verhaal van Jezus bijvoorbeeld, vind ik echt een heel mooi verhaal. De boodschap van liefde, begrip en tolerantie voor iedereen is iets wat we in deze wereld kei- en keihard nodig heeft.
Het oude testament, daar ben ik minder gecharmeerd van over het algemeen. Veel harder, en als je de dingen die erin genoemd worden letterlijk gelooft, is dat in mijn ogen zelfs schadelijk – ten opzichte van vrouwen of homoseksuelen bijvoorbeeld. Al zou een theoloog vast heel interessante dingen kunnen vertellen over de symbolische interpretaties van de verhalen. Ik heb alleen meegekregen wat in de kerkdiensten werd besproken toen ik als kind mee ging naar de kerk, dus ik weet niet hoeveel recht van spreken ik heb.
Maar veel van de verhalen uit het oude testament, die in versimpelde versie in een kinderbijbel staan die mijn dochtertje van mijn moeder cadeau heeft gedaan, las ik met tegenzin voor omdat er in mijn ogen echt heel rare moralen in zaten. Desalniettemin zullen er enorm interessante volkswijsheden uit te halen zijn, met de juiste interpretaties. Het moet natuurlijk ook in de tijdsgeest geplaatst worden, het was vast ook een heel hard bestaan in die tijd, waar wij ons geen voorstelling van kunnen maken.
Als ik ergens in zou moeten geloven, dan zou ik zeggen ‘in de natuur’.
De natuur is mijn religie, het is waar ik rust in ervaar, intens geluk kan beleven en me kan verwonderen over de schoonheid en samenhang van alles om me heen. In die zin snap ik best dat mensen geloven dat daar een ‘intelligent design’ aan vooraf is gegaan – dat zoiets moois geen toeval kán zijn.
Ik houd het bij verwondering en het niet-weten, maar probeer mezelf tot doel te stellen om zo goed mogelijk te zijn voor de aarde en haar bewoners. Respect en liefde voor alle planten en dieren staat in ons huishouden bovenaan de lijst van waarden. Ik probeer het ook mijn kinderen bij te brengen, en ben vervuld van trots als ze roepen ‘Mama, ik zie vingerhoedskruid! Mooi he?’ of als ze afval van de straat oppakken om het weg te gooien.
We eten thuis plantaardig, en ik hoop met heel mijn hart dat mijn kinderen later als ze groot zijn, ook die keuze zullen maken. Voorlopig mogen ze, als ze ergens anders zijn, eten wat ze willen. Al vertel ik bijvoorbeeld wel eerlijk dat vlees vroeger een dier is geweest, dat niet doodgemaakt wilde worden en dat wij dat daarom niet kopen. Mijn oudste (bijna 5) begint af en toe buitenshuis al te vragen of iets ‘plantenvlees of diertjesvlees’ is, en dan jubel ik vanbinnen. Maar ik probeer er geen punt van te maken als ze kiest om wel vlees te eten (want dat doet ze ook nog vaak genoeg). De kinderen zijn nog zo jong, ooit maken ze voor zichzelf een keuze en die zal ik hoe dan ook respecteren.
Dag en nacht ben ik bezig met de natuur; tuinieren, lezen over klimaatverandering en milieuproblematiek, en ik voel me soms letterlijk ziek van zorgen om onze planeet. Het lijkt me een heel fijn gevoel om te kúnnen geloven in iets – dat het wel goedkomt, dat mijn kinderen wel in de hemel komen als ze door een of andere milieuramp om het leven zouden komen. Ik ben wel een zwartkijker he? Maar dan stap de tuin weer in, kijk naar de hommels op de bloemen en voel ik weer rust en blijdsschap. Ik doe wat ik kan, ik doe mijn best.
Om het geloof en de liefde voor de natuur samen te brengen ter afsluiting; dit is een gebed wat vaak toegeschreven wordt aan sint Franciscus (hoe toepasselijk: de heilige van de dieren!) wat mij diep geraakt heeft, en waar mijns inziens een grote waarheid uit spreekt.